processie met vlag

Jonkheid

Banholt

Jonkheid Banholt

In Banholt wordt ieder jaar een nieuwe St. Gerlachusden geplant naast de kerk. Door het planten van de St. Gerlachusden vragen de inwoners van Banholt en Terhorst Gerlachus om bescherming van het dorp.

Beleef hieronder de weg naar de nieuwe St. Gerlachusden.

Aftellen tot Pinksteren 2024

0
DAYS
0
HOURS
0
MINUTES
0
SECONDS

01

De den halen

In veel dorpen hier in Zuid-Limburg spreekt men over een mei-boom of mei-den. Deze den heeft geen katholieke geloofsbetekenis. Het is een van oorsprong heidens gebruik, dat in deze plaatsen tegenwoordig vooral een folkloristisch gebruik is geworden.

In Banholt spreekt men sinds 1881 van een St. Gierlingsboom of St. Gerlachusden.

De Sint Gerlachusden

In 2005 werd op de zaterdag vóór Pinksteren voor de 125ste keer de Sint Gerlachusden gehaald en geplant in Tebannet (Banholt). Het betreft hier dus de Sint Gerlachusden en niet zoals in zoveel dorpen een mei-den. Vóór 1881 werd er in Banholt wel op 1 mei een mei-den gehaald en geplant. Dat men sinds 1881 geen mei-den maar een Sint Gerlachusden haalt, blijkt uit een mededeling die in 1881 op verschillende plaatsen in het dorp opgehangen werd.

Dat men in 1881 startte met het halen van een Sint Gerlachusden is te verklaren uit het feit dat Banholt toen pas tot rectoraat was verheven. Men behoorde, zoals eerder reeds vermeld, tot de parochie Mheer en het nieuwe kerkje van Banholt had vóór 1881 geen officiële status. Nu Banholt een rectoraat was ging men ook eigen kermissen invoeren. Door de Sint Gerlachusklok en het St. Gerlachusbeeld had men een voorliefde voor de Heilige Gerlachus gekregen. Vandaar dat men ook hier de Gerlachuskermissen invoerde, namelijk op 5 januari, de sterfdag van deze Limburgse Heilige. Ook met Pinksteren zou deze Heilige worden vereerd. Vanaf nu zou Banholt ieder jaar met een nieuwe den, St. Gerlachus om bescherming vragen.

Sint Gerlachus is door zijn zeven jaren durende boetedoening in Jeruzalem, waar hij de zorg droeg over de veestapel van een gasthuis voor zieken en armen, een geliefde beschermheilige van het vee, het veld en de gewassen. Door het planten van de St. Gerlachusden vragen de inwoners van Banholt en Terhorst, Gerlachus om bescherming van het dorp. In de kerk wordt die dag in de Heilige Mis om die reden ook het Sint Gerlachuslied gezongen.

02

Voorbereiding

meten sint gerlachusden

De voorbereiding op het halen van de Sint Gerlachusden verloopt volgens een vast programma, dat elk jaar wordt gevolgd om de uiteindelijke Pinksterzaterdag en de kermisdagen goed te laten verlopen.

Op de eerste zondag na Pasen trekt het bestuur naar het Bovenste bos bij Epen om een den uit te zoeken. Bij het uitzoeken van een geschikte den let men erop dat de den mooi recht is en een mooie volle kop heeft. Uiteraard spelen de dikte en lengte van de den eveneens een voorname rol.

De jaarvergadering

Het verenigingsjaar van de Jonkheid start op eerste Paasdag met de jaarvergadering. Daarmee begint ook meteen het hoogseizoen voor de Jonkheid. Dat hoogseizoen duurt tot en met de woensdag na Pinksteren, wanneer alle materialen worden gepoetst en opgeborgen voor het volgende jaar. De jaarvergadering vond sinds jaar en dag plaats in café ’t Kniengslook. Sinds 5 oktober 2013 is de café- zaal van eigenaar en naam verwisseld. Een geslaagde make- over en een nieuwe naam “Der Boemelèr” geven vorm aan de nieuwe trekpleister van Banholt, waar de Jonkheid tegenwoordig haar jaarvergaderingen voortzet. Nadat de kapitein de vergadering geopend heeft met de Christelijke groet spreekt de pastoor een kort gebed uit en dankt de leden voor hun inzet in het afgelopen jaar. Vervolgens is het de taak van de secretaris/penningmeester om allereerst het jaarverslag en vervolgens het financiële verslag voor te lezen. Enkele leden controleren vervolgens de boekhouding. Vervolgens vinden de bestuursverkiezingen plaats. Dan kan men zich richten op de organisatie van het den halen en de processie. De kapitein verdeeld allerlei taken. Veel leden doen tijdens de vergadering toezeggingen om bepaalde taken uit te voeren.

Tot de uit te voeren taken horen onder andere:

  • Het verven van de kettingen
  • Het halen en terugbrengen van paarden
  • Het ophalen van polvergeld
  • Het dragen van diverse vaandels tijdens de processie

Paarden en hamen

Het bestuur zorgt er zelf voor dat er genoeg paarden zijn. Vroeger was dit geen enkel probleem, daar op de vele boerderijtjes in Banholt en omgeving met minstens één paard werd gewerkt. Toen in de jaren vijftig van de vorige eeuw echter de motorisering haar intrede deed op de boerderijen en later zelfs het aantal boerderijen flink terugliep, werd het voor het bestuur moeilijker om een acceptabel aantal trekpaarden bij elkaar te krijgen. In de laatste drie decennia van de vorige eeuw haalde men zelfs paarden uit België om het den halen mogelijk te maken. In het najaar van 2000 besloot men echter alleen nog gebruik te maken van paarden uit Zuid-Limburg, daar deze paarden verplicht ingeënt zijn tegen allerlei ziekten. Gelukkig zijn er vandaag de dag weer volop paarden te krijgen, met name bij hobbyisten. De Jonkheid streeft er ieder jaar naar om met een zo’n groot mogelijk aantal paarden de den te halen. Op dit gebied, hebben we een gezonde concurrentie met onze buurdorpen! Het hoogst aantal paarden dat ooit de dennenwagen trok in Banholt bedraagt 53. Dat gebeurde in 1992. Ter gelegenheid van het jubileumjaar 2005 trokken 50 paarden de dennenwagen.

Ook het verkrijgen van hamen is vaak moeilijk geweest. Veel van deze materialen zijn bij het verdwijnen van de boerderijen verloren gegaan. Gelukkig zijn veel particulieren bereid hun eigen haam mee te geven aan de Banholter Jonkheid. Daarnaast heeft de vereniging in de loop der jaren ook zelf een groot aantal hamen aangeschaft. De leden die een paard begeleiden tijdens het den halen maken zelf de versieringen voor een eigen krans. Deze krans wordt op Pinksterzaterdag op de betreffende haam bevestigd.

De periode vóór en na Hemelvaartsdag een drukke tijd voor bestuur en leden. Er moeten allerhande zaken geregeld worden. Naast de zorg voor genoeg trekpaarden, moet het “getuug” mooi worden gepoetst en moeten de kransen worden gemaakt. De dennenwagen moet ook goed worden nagekeken en hier en daar worden voorzien van een nieuw likje verf. De “sjtiepe” (lange ronde richtpalen) moeten worden klaargelegd bij de kerk en de kamers moeten worden geladen. Dit laatste gebeurt op de vrijdag voor Pinksterzaterdag.

illustratie vredesduif

03

Nieuwe St. Gerlachusden

Tegen de klok van acht uur vertrekt de secretaris van de Jonkheid samen met de kapploeg naar het bos om daar de nieuwe den te kappen. Ondertussen wordt in Banholt alles klaargemaakt voor het vertrek van de dennenwagen. Op verschillende plaatsen in het dorp worden de diverse paarden gepoetst, gekamd, versierd en worden de hoeven zwart geverfd. Rond tien uur verzamelen de leden van de Jonkheid zich samen met hun paarden bij de kerk, alwaar de paarden worden ingespannen.

voorbereiding paardenparade processie

Vertrek richting bos

Als iedereen aanwezig is, worden de paarden voor de dennenwagen gespannen. Twee paarden worden aan de disselboom, direct voor de wagen gespannen, de rest één voor één aan de voortrekkettingen. Er vormt zich een indrukwekkende stoet van kracht en kleur! Op de dennenwagen liggen de “sjtiepe” (lange ronde richtpalen) om de den in het bos op de wagen te tillen. Bovendien staan er enkele, door ijsblokjes gekoelde, kratjes bier op de wagen…. veur es gesjmaerd mot weure…. Na een laatste controle blaast de kapitein drie keer op de kapiteinshoorn, de “toet”, waarna de kleurrijke karavaan zich in beweging zet.

Drie hoornsignalen betekent: vertrekken, één hoornsignaal betekent: stoppen.

De terugweg naar Banholt

De paarden worden vervolgens opnieuw voor de dennenwagen gespannen. Na het derde hoornsignaal van de kapitein, zet de stoet zich weer in beweging. Op weg naar Banholt. Nu is het de kunst om met de dennenwagen, met de circa dertig meter lange den erop, de draai in de diverse bochten goed te nemen.

Onder toeziend oog van de kapitein, die de leiding heeft over de stoet, en enkele andere deskundigen komt de den gelukkig altijd goed en op tijd in Banholt aan. Bij diverse cafés die langs de route liggen wordt een kleine stop gehouden.

Aankomst in Banholt

Aangekomen in Banholt worden de kamers geschoten door de Jonkheid. Bij de laatste rustpauze “oonder in g’n dörp” worden de vele Banholter kinderen op de dennenwagen gehesen.

De wat oudere jeugd neemt plaats op de den, achter de drager van de Nederlandse vlag, die al de hele terugtocht op de den zit. Vroeger was dit het Jonkheidslid dat als laatste in militaire dienst was getreden. Aangezien de dienstplicht afgeschaft is, zit nu diegene op de den die het laatst voor Pinksteren achttien jaar geworden is. Deze persoon draagt wel nog een militair uniform.

In de vroege ochtend

Na weken van intensieve voorbereidingen is iedereen blij als de zaterdag van Pinksteren is aangebroken. De nieuwe Sint Gerlachusden kan gehaald worden. Dit kan echter pas geschieden als de oude den uit het plantgat is verwijderd. Dit is dan ook het eerste karwei voor de Jonkheid op deze bijzondere dag. Klokslag zes uur in de ochtend wordt het plantgat geopend door de zware betonnen platen eraf te halen. Vervolgens wordt door het bestuur van de Jonkheid het gat helemaal uitgegraven. Als het gat is leeggeschept en ook de laatste ijzeren dwarsbalk is weggehaald, kan de den omvallen. Eigenlijk moet de koper van de den, deze zelf opruimen, maar in ruil voor een kratje bier is de Jonkheid uiteraard bereid te helpen. De den wordt in stukken gezaagd en op een wagen geladen, waarna de koper ermee huiswaarts gaat.

Als alles op het kerkplein opgeruimd is, vertrekt het bestuur van de Jonkheid naar de pastorie, waar zij door de pastoor op spek en ei worden getrakteerd.

De dennenwagen

De Banholter dennenwagen is oorspronkelijk een lange oogstwagen op vier wielen. Speciaal voor het halen van een den zijn er twee steunblokken op bevestigd, waarop straks de nieuwe den komt te liggen. De huidige dennenwagen werd in 1945 gekocht in Reijmerstok.

Het kappen van de den

Ondertussen is men in het bos al een tijd bezig met het kappen van de nieuwe Sint Gerlachusden. Voordat men begint met kappen, wordt de den eerst op voorspraak van Sint Gerlachus gezegend door de pastoor. Hij mag vervolgens als eerste de bijl ter hand nemen. Na enkele rake slagen neemt de echte kapploeg het werk over. Ondertussen klimt iemand in de nieuwe den, om op een behoorlijke hoogte een touw te binden. Daarmee kan de den bij het vallen nog enigszins richting worden gegeven. Als de den gevallen is, wordt er eerst gecontroleerd of de kop tijdens de val niet gebroken is. Wanneer dit wel het geval is, wordt meestal een nieuwe den gekapt. De Banholtenaren weigeren in principe het afgebroken stuk er weer kunstmatig aan te zetten …dat laote ze leever euver aan aander deurpe! De den wordt vervolgens gemeten en met uitzondering van de kop, ontdaan van zijn takken. Dan moet de den verplaatst worden naar de plek waar hij op de wagen zal worden geladen. Als de den uiteindelijk op de juiste plek ligt, is het wachten op de paarden met de dennenwagen.

Tegen de middag arriveert de machtige stoet paarden met de Jonkheid in het bos. De paarden worden uitgespannen en kunnen ergens in een weiland uitrusten en grazen. Ondertussen kunnen de leden van de Jonkheid ook even rusten en een boterham eten. De secretaris van de Jonkheid gaat intussen met “d’r buul” rond om “busjgeld” op te halen bij alle aanwezigen. Een kleine bijdrage in de kosten! Ook wordt er in de tussentijd nog een flinke staak uitgezocht om de nationale vlag aan vast te maken. Als iedereen uitgerust is en gedronken en gegeten heeft, wordt de den op de dennenwagen geladen. Op de commando’s “èèn, twieje” van de kapitein wordt de den, met behulp van de “sjtiepe” en andere balken, op de dennenwagen geladen.

Aankomst in Banholt – extra

De vlag die speciaal voor de Gerlachusden wordt gemaakt, wordt ieder jaar door iemand geschonken. De inwoners van Banholt en Terhorst en vele toeristen lopen na de H. Mis naar de Dalestraat om de machtige stoet met de nieuwe den te verwelkomen. De kapitein blaast nog een keer driemaal op de hoorn en de laatste meters worden onder een daverend applaus afgelegd. Sinds vele tientallen jaren zingt men tijdens die laatste meters het lied van ”D’r erme Voes”. Dit lied is rond 1961 geschreven door Marcel Tielens en Harry Hutschemakers. In deze tijd was het namelijk moeilijk, genoeg paarden bij elkaar te krijgen voor het halen van de den. Dit wordt dan ook nog ieder jaar luidkeels gezongen.

04

De St. Gerlachusden planten

drukte bij de kerk

Als men bij de St. Gerlachuskerk gearriveerd is met de nieuwe den, zit het werk er voor de Jonkheid bijna op. De paarden worden uitgespannen en teruggebracht naar hun stallen of naar een plaats waar ze opgeladen worden voor verder vervoer. De rol van de Jonkheid is dan uitgespeeld en de getrouwde mannen nemen het werk over. Zij hebben immers de taak de Gerlachusden kaarsrecht naast de kerk te planten.

Met man en macht wordt de wagen voor het plantgat gereden. Dan mag de militair met de Nederlandse vlag zijn zitplaats op de den verlaten, waarna de vlag in de kruin van de nieuwe den wordt vastgemaakt.

Met behulp van de “sjtiepe” wordt de den dan langzaam omhoog geduwd op de commando’s: “èèn, twieje,… !” Tijdens het omhoogduwen van de den wordt het plantgat, waarin de den is geplaatst, regelmatig met zand gevuld. Dit zand wordt vervolgens goed aangestampt. Het is een taak van het bestuur van de Jonkheid om de gehuwden van de gebruikelijke dorstlessers te voorzien.

Het planten van de Sint Gerlachusden – extra

De kruin wordt nog wat bijgekapt, zodat deze er piekfijn uitziet als de den zich boven het dorp verheft. De getrouwde mannen proberen vervolgens een plaats aan de “sjtiepe” te bemachtigen. “Sjtiepe” zijn lange houten palen die bij elkaar gebonden worden met een ketting, waardoor je een soort vork krijgt. Het binden van de “sjtiepe” met behulp van kettingen is een belangrijk en niet gemakkelijk karwei. Als dit binden immers niet goed gebeurt kan de “sjtiep” uit elkaar vallen of breken, hetgeen door de drukte op het kerkplein al snel tot ongelukken zou kunnen leiden. Het binden wordt steeds door dezelfde personen gedaan, zodat deze getrouwde mannen inmiddels ook beschikken over de nodige kennis en ervaring.

05

Processie

Het woord Bronk (in Banholt: Broonk) hoort bij het werkwoord Bronken. In het Algemeen Nederlands: pronk en pronken. De Bronk is allereerst een pronk- of sierstoet: de processie ter eren van het Allerheiligste. De Bronk is de jaarlijkse sacramentsprocessie die in Banholt en Terhorst plaats vindt op Pinksterzondag, de dag nadat de St. Gerlachusden is geplant.

Wat is een processie?

Een processie is vanouds een plechtige omgang van geestelijken en gelovigen binnen of buiten het kerkgebouw. Men zingt liederen en hymnen en bidt litanieën en andere gebeden.

Pinkstermaandag

Pinkstermaandag start traditiegetrouw met een plechtige Hoogmis. Voor aanvang en na afloop van deze H. Mis verkoopt het bestuur van de Jonkheid speldjes aan de leden van de Jonkheid en aan de getrouwde dorpelingen. De kosten voor een speldje verschillen. Sinds de invoering van de euro in 2002 kost een speldje voor de gehuwden vijftig eurocent en voor ongehuwde personen één euro.

Pinksterdinsdag

Op deze dag wordt de Pinksterkermis afgesloten. Deze laatste kermisdag staat in het teken van de Jonkheid. De jeugd opent de dag met een Eucharistieviering, waarin speciaal gebeden wordt voor de levende en overleden leden van de Jonkheid. De vaandels van de Jonkheid staan dan ook opgesteld in de kerk. Het bestuur heeft een ereplaats in de voorste kerkbanken. Zij zijn deze dag ook voor één keer verantwoordelijk voor het collecteren. Bij de consecratie worden traditiegetrouw weer de kamers geschoten, nu speciaal voor de Jonkheid en als teken van eerbied en dankbaarheid aan God, de Schenker van alle goeds. Het is de laatste keer dat de Banholter kamers klinken deze kermis. Sinds enkele jaren schiet de Jonkheid deze keer wel een bijzondere sjars: alle kamers die de Jonkheid bezit worden gebruikt. Een indrukwekkend saluut! In vroegere jaren werd na de mis, de kas van de Jonkheid “verdroonke”. Dit gebruik is in de loop der jaren enigszins aangepast. Tegenwoordig stelt de Jonkheid deze dag een aantal consumpties beschikbaar voor al haar leden. Het bier vloeit in ieder geval rijkelijk deze laatste kermisdag.

Tegen de klok van zes uur ’s avonds starten Harmonie en Klaroenkorps Amicitia met een rondgang door het dorp. Zij maken onderweg een aantal stoppen, die gebruikt worden om de dorst te lessen. Vanaf de vertrek vanuit de “cafiesjtroat” is het bestuur van de Jonkheid erbij, gekleed in zwarte slipjas, gecompleteerd met de blauwe sjerp, het bestuurslintje en met hoge hoed en samen wordt er al rei-dansend een rondtrek door het dorp gemaakt om uiteindelijk weer terug bij de kerk en nieuwe St. Gerlachusden te eindigen. Daar wordt dan nog lange tijd cramignonmuziek gespeeld door de harmonie en door de Jonkheid en andere dorpsgenoten wordt naar hartelust gereid. Steeds als de harmonie de eerste klanken van een cramignon in zet, begint de kapitein of een ander bestuurslid van de Jonkheid met de rei, met in zijn linkerhand een rei-boeket. Dit boeket bestaat uit allerlei veldbloemen, die door het bestuur worden geplukt. De Sint Gerlachusden is het middelpunt van de rei. Na de laatste rei wordt het rei-boeket aan de St. Gerlachusden bevestigd.

Pinksterwoensdag

Na een weekend vol gezelligheid dient op de woensdag na Pinksteren alles opgeruimd te worden door Jonkheid Banholt. Dit houdt in dat de slinger van dennengroen bij de kerk wordt afgepakt, het getuig gepoetst en opgeborgen dient te worden en de sjtiepe dienen terug gebracht te worden naar de opslagplaats, evenals de dennenwagen. Kortom wordt ervoor gezorgd dat er, buiten de onvergetelijke herinneringen en de nieuwe den, nog maar weinig zichtbaar is van het goed gevierde Pinksterweekend. Dit vergt een hoop werk, maar dankzij de hulp van veel leden is dit allemaal opgeruimd binnen een dag.